Wandelen met bepakking om te overnachten in de bergen. Een uitdaging voor iemand waarbij na iedere wandeling een bed klaar staat. Tijdens een tweedaagse hike in de Franse Alpen moest ik er aan geloven. Wandelen met alles voor twee dagen en slapen midden in de ongerepte natuur. Benieuwd naar mijn ervaringen? Lees dan snel alles over de tweedaagse hike naar Lac de Portette in La Plagne die ik maakte.
La Plagne is onderdeel van de Franse Alpen. Het ligt tegen de grens van Italië en Zwitserland aan. Vanuit vele plekken kun je de Mont Blanc, de hoogste berg van Frankrijk, aanschouwen. In de winter is het een populair ski-oord, in de zomer een walhalla voor outdoorliefhebbers. Je kunt er wandelen, fietsen, wildwatersporten en lange trektochten maken. De regio bestaat uit een aantal verschillende dorpen waarvan La Plagne Vallée de meest bekende is.
Hike naar het meer Lac de Portette
Vanaf de parkeerplaats bij Chapelle St. Guérin in de Vallée de Foran starten verschillende wandelroutes. De route voor ons gaat naar Lac de Portette, een bergmeer op 2300 meter in de Franse Alpen. Aangezien we starten op 1580 meter, staat er direct een klim te wachten.
Via bospaadjes en prachtige vergezichten bereiken we na bijna twee uur lopen Chalet du Mont Rosset. Een huisje in de bergen waar in de zomer de vee-eigenaren overnachten.
Lunchstop
Voor ons de eerste stop en tijd om te lunchen. De zakjes die we van de gids hebben gekregen met eten zijn welkom op deze warme dag. Een zakje chips, crackers, couscous en een wortel gaan er goed in. Ondertussen kijken we naar de bergtoppen voor ons. We merken dat we hoger zitten dan bij de start van de wandeling, er staat een windje en het voelt frisser aan.
Na een korte stop lopen we een stukje verder waar we een beekje tegenkomen. Aangezien het warm is en de flessen bijna leeg zijn, kunnen we hier de flessen bijvullen. De gids heeft een filter bij zich waardoor we het water kunnen drinken. En ijskoud water uit de bergen lest de dorst op deze warme dag. We gaan nog even door met klimmen, maar nu in de volle zon. Rond een uurtje of drie zien we het meer opdoemen voor de bergen.
Op een paar andere wandelaars na zijn we de enige bij het meer. We leggen alvast onze grondzeilen van de tent neer om de plekken te claimen. Officieel mag je pas na zonsondergang je tent op zetten en moet deze voor zonsondergang weer weg zijn. Het is echt de bedoeling dat je de tent opzet puur voor het overnachten. Aan de andere kant van het meer wordt ook één tentje opgezet. Verder is er niemand.
Ultiem tot rust komen
Het voelt heerlijk om de rest van de middag tegen een rots aan te zitten. Genieten van de zon met op de achtergrond af en toe een marmot die zich laat horen. Zien doen we ze gelukkig ook, al blijft het lastig om het beestje te lokaliseren. Waar ik mijn rust pak, duiken anderen het meer in. Even afkoelen na een warme dag.
De zon verdwijnt langzaam achter de bergtoppen en af en toe worden kledingstukken aangetrokken. We zitten op 2300 meter hoogte en de wind trekt wat aan. Het wordt een stukje frisser. Dan is het ook tijd voor een warme hap. De brander wordt klaargezet en het zakje ravioli wordt opgewarmd. Als afsluiter een kopje thee en koffie en we kijken naar de zon die ondergaat. Het licht wordt prachtig om te fotograferen.
Slapen in de bergen
Wanneer het te koud wordt, duik ik de tent in. Ik lig in een tweepersoonstent, die toch niet helemaal geschikt blijkt voor twee personen. Althans, ik lig praktisch de hele nacht tegen de tentdoek aan en kan eigenlijk alleen op mijn zij liggen. Slapen doen we dus niet, maar rusten wel uit.
We zijn dan ook vroeg wakker aangezien de tent al snel claustrofobisch aanvoelt. In de eerste ochtendstralen wandelen we naar buiten. Her en der wordt een bergtop al verlicht door de zon en in het dal hangt een soort mist, werkelijk genieten. Het ontbijt wordt tevoorschijn getoverd en iedereen heeft zijn ochtendrituelen.
Tijd om af te dalen
Rond acht uur hebben we alles opgeruimd en zijn we klaar om af te dalen. We nemen een andere route naar de parkeerplaats terug. In het begin klimmen we nog iets, maar daarna is het alleen maar dalen. Blij dat ik direct de korte broek aan heb gedaan, want de temperaturen stijgen snel. Het wandelen is minder vermoeiend en onderweg geniet ik van de bergtoppen, prachtige bloemen en de uitzichten.
Halverwege komen we aan bij Refuge de la Balme. Een berghut waar ook overnacht kan worden. We houden een welkome stop en snakken na een nachtje in de bergen alledrie naar een cola. Ook een toilet, zelfs geen Franse, is fijn om te gebruiken. Na een korte stop is het alleen nog maar dalen door de Vallée de Foran. Het loopt een stuk makkelijker richting de auto. Misschien de wetenschap dat we er bijna zijn en dat een douche niet lang duurt.
Zelfstandig of met een gids hiken in La Plagne?
Wanneer je ervaring hebt kun je het gebied rondom La Plagne zelf ontdekken. Je hebt daarvoor wel ervaring in de bergen nodig en de benodigdheden. Overigens kun je bij de Decathlon in de regio ook benodigdheden huren, mocht je licht reizen richting La Plagne. Wij gingen op pad met Guillaume, een ervaren berggids van GB Montagne die de regio op zijn duimpje kent. Daarnaast waren we alledrie onervaren met overnachten in de bergen. Je kunt Guillaume inhuren voor je trip de bergen in. Het programma kun je helemaal aanpassen aan je wensen. Of je lang wilt wandelen, korter, hoeveel dagen etc.
Overnachten in de bergen van La Plagne
Overnachten in de bergen van La Plagne mag zonder vergunning of iets dergelijks. Het is alleen de bedoeling dat het puur gaat om de overnachting. Je moet de volgende dag weer verder trekken. De GR5 loopt door het gebied en je komt wandelaars tegen die overnachten tijdens hun trail. Natuurlijk geldt de policy ‘leave no trace’ hier ook bij het overnachten.
Beste periode voor de tweedaagse wandeling
Wij liepen de wandeling halverwege juli. Twee warme dagen van rond de dertig graden en vol zon. Zelf vind ik het fijn om te lopen in deze periode, het koelt ‘s avonds in de bergen natuurlijk af en het werd zelfs fris. Natuurlijk blijft het weer in de bergen lastig te voorspellen, maar in deze periode heb je wel de beste kans op mooi weer.
Wat neem je mee?
Doordat wij met een gids gingen lopen, hoefden we qua materiaal om te slapen alleen een slaapzak mee te nemen. De gids zorgde voor de tent en de matjes. Ook het eten en de gasbrander zorgde hij voor, deze dingen moesten we overigens wel zelf dragen. Als je de trip op dezelfde manier gaat doen als wij, raad ik de volgende dingen aan:
Voor mij was het de eerste keer om te overnachten op deze manier. Van te voren hadden we alledrie onze tas netjes ingepakt tot we bij het busje van de gids kwamen, toen bleek er nog veel meer in te moeten. En ook bepaalde dingen konden we beter in de auto laten. Eenmaal bepakt en bezakt gingen we op pad.
Ik vond het begin best pittig met al het klimmen, we hadden al drie actieve dagen achter de rug inmiddels en het was best warm met alle bepakking. Eenmaal op de vlakke stukken ging het beter. Na aankomst bij het meer, heb ik mijn rust gepakt. Ik was nog niet 100% fit, maar genoot van het uitzicht en het even niets moeten.
De voedselpakketten van de gids waren handig klaargemaakt en geordend per lunch avondeten en ontbijt. Zelf had ik nog wat extra’s meegenomen als bananen, repen, gedroogd fruit en noten.
Het slapen was even wennen, het waaide hard in het begin van de avond en de tent was iets te krap. Ik ben blij met elk uurtje dat ik mee gepakt heb en voelde mij gelukkig best goed nog in de ochtend. De zon zien opkomen in de bergen is iets magisch. Echt iets om een keer te ervaren. Geen mensen om je heen en steeds verder worden de bergtoppen belicht.
Het laatste stuk terug wandelen vond ik heerlijk. Het was vooral dalen en ik had een wandelstok om af en toe wat klappen opvangen voor mijn gewrichten. Het zonnetje scheen en de landschappen waren prachtig. Onderweg kom je nog meer kampeerders tegen die hun tent aan het opruimen zijn en je voelt toch een band op een of andere manier. Eenmaal terug in het hotel konden we een douche nemen en terugkijken op een prachtig avontuur. Even buiten mijn comfort zone, maar zo fijn om eens te ervaren.
Hoe kom je in La Plagne?
Een van de manieren om La Plagne te bereiken is per vliegtuig. Je kunt kiezen voor de grote luchthaven van Genève in Zwitserland of de kleinere van Lyon of Grenoble in Frankrijk.
Je kunt het gebied ook per trein bereiken, een duurzame en ontspannen manier van reizen. Daarvoor neem je vanuit Nederland de Eurostar naar Parijs, vanaf daar pak je de metro naar Gare de Lyon kun je met de TGV naar Chambéry om vervolgens de regionale trein te nemen naar SNCF station Aime-La-Plagne. In de vallei rijden bussen en zijn taxi’s een andere optie om bij verschillende plekken te komen.
De meest flexibele manier om La Plagne te verkennen is per auto. Je hebt de vrijheid om de wandelgebieden en de verschillende dorpen te bezoeken.
Disclaimer: Mijn trip is tot stand gekomen in samenwerking met Atout France. Ik deel niets anders dan mijn persoonlijke mening.
Over Marjolein
Hoe ik van afvinken naar beleven ging
Your Travel Guide wil je inspireren om te onthaasten in het leven, om langzamer te reizen, een andere manier van reizen toe te passen en bijzondere ervaringen op te doen. Om slow travel toe te passen in je reizen. Mijn liefde voor lijstjes komt terug in dingen die je kunt doen op bestemmingen, niet dingen die je moet afstrepen.